Horst aan de Maas, Thijs Kuipers (D66): grootschalige zon en wind in een mooier landschap
Horst aan de Maas, Thijs Kuipers (D66): grootschalige zon en wind in een mooier landschap
Horst aan de Maas is de grootste gemeente van Limburg. De gemeente won in 2019 de EU green leaf award omdat ze bottom up werkt aan duurzame energie en een circulaire economie. In 2030 wil Horst aan de Maas 30 procent van het energiegebruik op eigen grondgebied opwekken. Wethouder Thijs Kuipers (D66): ‘Natuurlijk leggen we zonnepanelen op daken. Maar daarmee ben je er niet, dat levert hooguit acht procent op. Dus ook zon op land en windenergie zijn nodig. Wij kiezen ervoor om dat te concentreren: zeer grootschalige zonneweides met zes tot tien windturbines.’ Horst aan de Maas gaat zorgen dat de landschappelijke kwaliteit en de natuur in de bewuste gebieden verbeterd door de plannen en dat burgers er ook aan verdienen. Voor het verduurzamen van huizen is all electric het recept. Een heel dorp, Kronenberg, wil collectief energieneutraal worden. ‘Iedereen dacht daar aan waterstof, maar ik zei: jullie geloven in sprookjes. Toen we de kosten uitrekenden, zag iedereen dat warmtepompen veel goedkoper zijn.’
Hoe draagt Horst aan de Maas bij aan het opschuiven van Green Energy Day, oftewel, aan meer duurzame energie?
‘Horst aan de Maas is de grootste landelijke gemeente in Limburg qua oppervlakte. Ik wil niet zeggen dat we het slechtste jongetje van de klas waren, maar tot 2018 zeiden we dat we voor windenergie waren, maar dan vooral in buurgemeentes. Nu nemen we serieuze verantwoordelijkheid. We hebben afgesproken dat we 30 procent van onze eigen energiebehoefte in 2030 willen opwekken op eigen grondgebied. Iedereen roept: eerst zonnepanelen op daken. Maar daarmee ben je er niet. Dubbel ruimtegebruik, bijvoorbeeld op daken, levert hooguit acht procent op. Dus ook zon op land en windenergie zijn nodig. Die conclusies zijn intussen getrokken. Dat is onontkoombaar. We hebben maatschappelijke enquêtes gehouden en de landschappelijke inrichtingsvragen voorgelegd. We kiezen voor een hoge mate van clustering. Er zijn twee verkenningsgebieden aangewezen. We mikken op zeer grootschalig zonneweides, tussen de 200 en 250 hectare, in combinatie met zes tot tien windturbines. Natuurlijk levert dat beroering op her en der. We willen geen wingewest maken van die gebieden, maar willen dat bewoners er daar beter van worden. Dat kan door grootschalige gebiedsontwikkeling. We willen in één klap ook oplossingen vinden voor de stikstofproblematiek. En in de intensieve veehouderij in de Peel speelt veel waterproblematiek. Het grondwaterpeil moet omhoog. Dat heeft een negatief effect op agrarische bedrijven. Sommigen zullen kiezen voor beëindiging, anderen voor extensivering, ook in het licht van de stikstofregelingen. Met natuurontwikkeling zouden we de landschappelijke kwaliteit kunnen versterken, ondanks de zonne-energie.’
Hoe bent u met burgers in gesprek?
‘We hebben een onafhankelijke gebiedsverkenner aangesteld. Er is met tientallen grondeigenaren gesproken en met honderden omwonenden. In september besluit de raad of en hoe we dit gaan doen. Dat lukt niet voor de verkiezingen. Transparantie in zo’n proces is precair. Je moet vertrouwen genereren, en zoet en zuur combineren. We hebben daar zelf ook wel fouten in gemaakt.
We hebben een energiecoöperatie, Reindonk, met goede mensen aan boord. Ze hebben een paar kleine projecten opgezet en staan klaar voor het grotere werk. Ook als gemeente zelf zijn we niet vies om in duurzame energie te participeren. In verleden hebben we ook risicodragend geïnvesteerd. We willen sturen op publieke waarden en het niet overgeven aan de markt. Misschien worden we zelf wel eigenaar van die turbines en panelen. Dat kan een insteek zijn om te zorgen dat de opbrengsten maximaal landen in de omgeving, en ten goede komen aan de natuur en de landbouwtransitie.’
En de glastuinbouw?
‘We hebben een hoop kassen in de gemeente. We hadden hoge verwachtingen van de kansen om die met geothermie te verwarmen een paar jaar geleden. In het Westen ging dat goed en bij ons waren de opbrengsten nog beter. Maar de geothermieprojecten zijn stil gelegd door Staatstoezicht op de Mijnen. Omdat niet uitgesloten kan worden dat er seismische effecten komen, omdat we op een breukzone zitten. We zijn in discussie met EZK over de onderbouwing. Ik ben voor het voorzorgprincipe, maar wel op basis van voldoende kennis. Het laatste woord is er nog niet over gezegd. De glastuinbouw heeft weinig alternatieven. Biomassa kan, maar het politieke klimaat daarover is in vijf jaar radicaal gedraaid. Als college hebben we het standpunt ingenomen dat we niet in de weg gaan zitten waar biomassa wettelijk is toegestaan, maar waar de gemeente toestemming moet geven, nemen we een terughoudende positie in. Ik vind zelf dat telers moeten kijken naar gewassen die minder warmte nodig hebben, zoals paksoy in plaats van tomaten.’
Hoe gaat Horst aan de Maas woningen verduurzamen?
‘All electric is hét scenario bij ons, want er zijn geen bronnen van restwarmte, en we hebben 16 kernen van bescheiden omvang. Warmtenetten zijn bij ons geen goed scenario. Dus het wijkgericht verduurzamen, wat dominant in het Klimaatakkoord zit, is minder van belang voor ons. We kunnen dus een meer gradueel proces krijgen; er hoeft niet een hele wijk in één keer om. Dat helpt voor de acceptatie. In Kronenberg is een mooi burgerinitiatief van onderop ontstaan. Het is een Peel ontginningsdorp van nog geen 100 jaar oud. Ze willen als dorp energieneutraal zijn en dat collectief aanpakken. Iedereen dacht daar aan waterstof, maar ik zei: jullie geloven in sprookjes. Tot we uitrekenden wat waterstof in de portemonnee zou betekenen, waren ze wel overtuigd: het dubbele ten opzichte van warmtepompen. We hopen op subsidie voor all electric aardgasvrije wijken. Ja, zo’n contingentenaanpak, waarbij vergelijkbare huizen tegelijk verduurzaamd worden, zou fantastisch zijn, maar ik weet niet hoe. Die huizen die tussen ‘70 en ‘80 zijn gebouwd lijken op elkaar maar de diversiteit is toch nog groot. En wij hebben maar twintig procent corporatiebezit, dat is relatief laag.’
Hoeveel ambtenaren werken er aan duurzaamheid?
‘Het was er één toen ik vier jaar geleden startte. Nu is het opgerekt naar drie tot vier. Uit een onderzoek in het kader van de uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord bleek dat we eigenlijk 18,5 fte nodig hebben. Toen zei ik: “Nu snap ik dat jullie zeggen dat je het druk hebt!”. Het Rijk heeft nog nauwelijks geld beschikbaar gesteld. De VNG zegt tegen het Rijk: “u gooit steeds taken over schutting, maar u betaalt niet.” We poolen de personele capaciteit voor een deel met de 15 gemeenten in onze regio, inclusief Venlo. We zijn een samenwerkingsorganisatie aan het bouwen, over opwek, en ook over warmte en isolatie. We willen toe naar zo’n twintig mensen gezamenlijk die vanuit de regio de grote thema’s coördineren.’
Wat zijn je tips voor de volgende vier jaar?
‘Gemeentes onderling moeten intensief samenwerken. Het is in onze gemeente niet wezenlijk anders dan in buurgemeenten Venray of Peel en Maas. Ga dus niet ingewikkeld doen voor gemeentelijke autonomie, daar hebben we geen tijd voor. Communicatie naar de burger toe kan wel deels vanuit de eigen gemeente. En natuurlijk: durf door te pakken! We hebben nog één klimaatontkenner in de gemeenteraad. Voor rest is het belangrijk dat we de consequenties van onze ambities duidelijk maken. Gelukkig zie ik het maatschappelijke klimaat ten positieve veranderen. Wel te laat, maar toch, ik ben optimistisch.’